Terwijl ik de kamer binnen loop lik ik, op zoek naar de laatste stukjes vlees, mijn snorharen af. Op het kleed weet ik niet meer waar ik heen wil. Om de situatie eens goed te overzien, besluit ik mij eerst te gaan wassen. Net als ik wil beginnen, doet een geritsel mij de oren spitsen. Hoor ik daar de krant? De krant!